Ongevraagd advies over digitalisering en zinvol contact met de overheid

De overheid is al behoorlijk gedigitaliseerd, en wil daarin nog verder gaan. De regering heeft de Agenda Digitale Overheid ‘NL DigiBeter’ aangeboden. De Raad van State heeft uit eigen beweging een advies uitgebracht over de effecten van de digitalisering. Er is een groeiende zorg dat de burger in de knel zal komen. De Raad van State stelt zelfs voor een nieuw beginsel van behoorlijk bestuur te introduceren, het recht op toegang tot en zinvol contact met de overheid.

Hieronder een bloemlezing uit het advies zoals dat is gepubliceerd in de Staatscourant (Stcrt. 2018, 50999).

De samenleving is zich op alle mogelijke manieren aan het instellen op een wereld van digitale communicatie en gegevensverwerking, de zogenaamde iSamenleving. De overheid gaat daar volop in mee; zij heeft de ambitie een iOverheid te worden.

Vooralsnog geschiedt dat echter niet op een gecoördineerde wijze. Het gemak van het functioneren van de overheid staat voorop. Bij de implicaties daarvan voor de verhouding tussen overheid en burger wordt onvoldoende stilgestaan.

Bij publieke dienstverlening moet worden vastgesteld dat de wetgever onvoldoende voorzieningen treft voor de burger die geen weg weet in de digitalisering. De overheid probeert haar dienstverlening steeds verder te verfijnen, maar digitale dienstverlening dwingt, zeker indien het gaat om grote aantallen, tot standaardisering en automatisering van besluiten en uitvoering. Daardoor komt maatwerk (rekening houden met alle relevante feiten en omstandigheden) in de knel.

Vooralsnog wordt de digitalisering van de overheid vooral gedreven door het streven naar doelmatigheid, kostenbeheersing en aanpassing aan een samenleving die in vele opzichten verandert als gevolg van die digitalisering. De gevolgen, beperkingen en nadelen van de vorming van een iOverheid dreigen bij burgers en bedrijven te worden gelegd. De Nationale Ombudsman heeft in een reeks van publicaties weergegeven hoe burgers op grote schaal in de knel zijn gekomen. Te weinig wordt daarbij ook onderkend dat digitalisering het functioneren van de overheid zelf verandert. Daarbij zijn de rechtsstatelijke positie van de burger en zijn rechtsbescherming in het geding. In het bijzonder gaat het daarbij om geautomatiseerde besluitvorming en geautomatiseerde dienstverlening van de overheid aan burgers.

De Raad van State doet onder meer de volgende aanbevelingen:

-de beginselen van behoorlijk bestuur, en in het bijzonder het motiveringsbeginsel en het zorgvuldigheidsbeginsel, verscherpt te interpreteren in de context van digitalisering. Dat betekent onder meer dat in een besluit moet worden toegelicht welke beslisregels (algoritmen) zijn gebruikt en welke gegevens zijn overgenomen van andere bestuursorganen. Daarmee kan de positie van de burger bij geautomatiseerde en ketenbesluitvorming worden versterkt;

– maatwerk en ‘menselijke’ heroverweging in de bezwaarfase van geautomatiseerd tot stand gekomen besluiten te bevorderen;

– een nieuw beginsel van behoorlijk bestuur –het recht op toegang tot en zinvol contact met de overheid– nader te ontwikkelen en te operationaliseren;

-haar verantwoordelijkheid voor een effectieve uitvoering van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) waar te maken door bestuursorganen effectief te ondersteunen in de operationalisering van de in de AVG neergelegde rechten en waarborgen, in het bijzonder het recht op inzage en correctie van gegevens (in ketens) van overheidsorganisaties.

Deze aanbevelingen van de Raad van State worden betrokken bij de uitvoering van de Agenda Digitale Overheid ‘NL DigiBeter’.

Tot slot merkt de Raad van State het volgende op. Digitalisering van de samenleving zal verder gaan. Dat is niet alleen onvermijdelijk, maar schept onder voorwaarden ook kansen. Dat mag ook bij alle kritische kanttekeningen in dit advies wel benadrukt worden. Dankzij ICT kan de overheid aanzienlijk meer werk verzetten; het kan sneller en betrouwbaarder. En voor de meeste burgers wordt het eenvoudiger om informatie van de overheid te verzamelen en om met de overheid zaken te regelen. In dit advies wordt vanuit burgerperspectief de wetgever en het overheidsbestuur opgedragen de nodige verbeteringen aan te brengen. Vanzelfsprekend mag ook van de burger worden verwacht zorgvuldig om te gaan met zijn gegevens en zijn contact met de overheid.

De regering gaat in ‘NL DigiBeter’ op de kansen in, onder andere voor betere publieke dienstverlening en innovatie. Met dit advies beoogt de Raad van State daar een bijdrage aan te leveren, namelijk op de basisvoorwaarde van het rechtsstatelijk functioneren door de overheid naar de burger toe.